Dag 12, maandag 13 juni, Notre Dame PP - Brimstone Head


De wekker staat om 6 uur en ik kijk toevallig om 5.59 uur op mijn telefoon hoe laat het is. Jan zet koffie, ik neem een beker melk en dan gaan we met de auto naar de douche. Het is heerlijk luxe. 22 graden binnen, licht en schoon en grote douchecabines met een (van een magneet) afneembare douchekop. Die hebben we thuis ook, zonder magneet dan, maar op een camping heb ik dat nog nooit gezien. Je staat op zachte rubber matten, heerlijk aan je voeten. Het duurt alleen een eeuw voordat het water warm is. Uiteindelijk douchte ik korter dan dat het kostte om warm water te krijgen 😄. We hebben immers weinig tijd.

Om 6.55 uur gaan we rijden. De afslag naar de 340 is slecht te zien en we rijden er dan ook eerst voorbij. Na 100 m keren en opnieuw proberen. Dan hobbelen we over een matig tot slecht, met soms een goed stukje, wegdek met ruim 80 km per uur, behalve in de dorpjes waar je maar 60 mag. Toen we van de camping reden was het 8 graden, maar die zakt naar 6, maar we rijden de blauwe lucht tegemoet.


Om 5 over 8 komen we bij de ferry terminal. Groot woord voor dit terrein, maar zo heet dat nu eenmaal. We kopen een kaartje voor 2 personen + camper voor $ 22,25. Er wordt niet gezegd dat het gas dicht moet, maar dat moet altijd op een ferry, dus dat doet Jan dan toch maar. Om 8.15 uur begint het laden en dat gaat wat rommelig. Op het laatste moment komt er nog een personenauto met open achterklep waaruit latten en nog wat steken. Die kan in 1x doorrijden de boot op. Later blijkt dat hij er bij de Change Islands af moet, als eerste dus. Wij worden met wat vage aanwijzingen, die eerst ook niet goed overkomen, achter in de hoek gedirigeerd.




We lopen wat over de boot heen en weer en kijken naar buiten. Het is best fris. Bij de tussenstop bij de Change Islands gaan er 3 auto's af en komt er welgeteld 1 bij. 





Op Fogo Island gaan we eerst naar het Visitor Center, maar dat is een bijzonder geheel. Er zit niemand en er liggen maar 2 folders: 1 met wandelingen, die nemen wij mee, en 1 van een B&B of zo. Een map met menukaarten staat op de balie en een kaartje van het eiland zit erop vastgeplakt. That's it.

We gaan eerst naar Joe Batt's Arm. De omgeving is prachtig. Lekker ruig. Er loopt een kudde kariboes op het eiland, maar die zien we natuurlijk niet. We parkeren de auto even voor de kerk en lopen naar het iconische witte hotel de Fogo Island Inn, waar Floortje Aan het Einde van de Wereld ook is geweest. Heel bijzonder om daar ook te lopen. We mogen i.v.m. Covid niet naar binnen, dat is alleen voor gasten. Wel mogen we er naartoe lopen. Dit vertelde een mevrouw in een hokje aan het begin van de oprit.





Dan gaan we terug naar de auto en gaan we op zoek naar het begin van de wandeling die begint bij het Etheridge's Park, maar we kunnen het niet vinden en zitten dan opeens in Tilting. Daar vinden we niet veel aan, dus terug. In Joe Batt's Arm rechtsaf en dan komen we er wel. Joe Batt's Arm is trouwens een schattig plaatsje met ongeveer 500 inwoners.




Bij het begin van de trail, Joe Batt's Point Trail, eten we in de camper eerst even een muffin en gaan dan op pad. Het is nu 13 graden en heerlijk in de zon met weinig wind. Het pad is niet moeilijk, want vrij vlak, maar je moet goed opletten waar je loopt, anders ga je op je gezicht. Het loopt helemaal langs de ruige kust en het is prachtig. We zijn het grootste deel van de tijd alleen. Af en toe is er een kleine picknickplek die helemaal in stijl is. Begroeiing is er wel, maar alleen heel laag. De jeneverbes is het hoogste. De ondergrond loopt daar waar het geen rotsen zijn, heel lekker. Het lijkt veengrond en het veert alsof je op Skechers loopt.








Ik wil graag naar het standbeeld van The Great Auk, de grote bronzen pinguinachtige. Deze staat bovenop de rotsen en kijkt naar zijn evenbeeld op IJsland. Ik klauter er over de rotsen naartoe en zie wat later dat Jan aan de andere kant staat. Hè? Hoe doet hij dat zo snel? Blijkt dat er toch een gemakkelijk pad is. Heb ik weer.











En zijn broer op IJsland, een paar dagen later gesignaleerd door (schoon)zus en zwager



Terug gaan we in een vlot tempo en stoppen we niet om de haverklap om foto's te maken, zoals op de heenweg. We willen immers meer van het eiland zien. Vanuit Joe Batt's Arm rijden we naar Fogo en in 1x door naar de camping. Weer geen kariboes. 








De andere kant van het eiland ziet er anders uit. Niet van die mooie inhammen en ruige kust, wel verder een ruige omgeving. De camping is eigendom van en wordt beheerd door de plaatselijke Lion's Club. In het clubhuis zit Bernice die ons registreert. We hadden gereserveerd, maar nog niet betaald. We krijgen plek 5 en staan met de neus richting zee. Het zijn kleine plekken, maar het ziet er heel mooi en netjes uit. We eten een boterham en gaan lopend het dorp in.

Fogo is niet zo fotogeniek als Joe Batt's Arm en we gaan dan ook niet heel ver. We lopen nog even een winkel in waarop staat dat ze souvenirs verkopen, maar het lijkt meer op een Bristol van 35 jaar geleden en souvenirs hebben ze niet. 






Terug naar de camping. Daar gaat Jan heel even liggen en ik ga met mijn boek buiten zitten, maar ik heb geen geduld en zit niet lekker op de picknickbank. Ik loop naar het strandje en maak wat foto's. 

Dan gaan we nog even de Brimstone Head Trail doen die op de camping start. Deze voert naar 1 van de 4 hoeken van de aarde, zoals de groep mensen die nog steeds gelooft dat de aarde plat is deze aangewezen hebben. Het was al een sterk verhaal, maar als we de heuvel beklommen hebben via een heleboel treden en stukken waar je over rotsten loopt met een ketting als trapleuning, het is net een heel  klein Angel's Landinkje in Zion, en we boven het bord zien staan waarop de hoeken vermeld staan, is het helemaal een raar verhaal. Het is niet eens een vierkant, maar een soort driehoek. De andere hoeken zijn bij Papoea Nieuw Guinea, de Bermuda Driehoek en Hydra in Italië. Schiet mij maar lek, vooral bij die laatste is toch al snel land in zicht zou je zeggen. Ook hier zie je in de verte wat rotsen of eilandjes. Maar het is een leuke wandeling van ongeveer een half uur omhoog en natuurlijk wat sneller omlaag.










Het einde van de wereld. Maar ik zie toch echt land in de verte 😕



Het blijft mooi weer, maar de wind steekt wel weer op. Dat wordt geen bbq vanavond. Uiteindelijk hebben we, exclusief de treden, vandaag net geen 20.000 stappen gedaan. Dus hebben we een biertje verdiend. We hebben ook buren gekregen. Iedereen staat wel dicht op elkaar hier. Het is leuk om te zien hoe ze redderen. Een camping blijft leuk. 

We nemen het programma voor de komende dagen door en zijn best trots op onszelf. Het was een mooie dag. We eten vandaag makkelijk met het rundvleesje wat gisteren nergens naar smaakte, maar nu met rub en peper en zout wat beter. Aardappelsalade en koolsalade erbij. Die koolsalade is trouwens erg lekker. 
Na de afwas zijn we rozig en moe en gaan na 1 aflevering Chicago PD vroeg slapen.



Gereden: 153 km


Volgende dag